Pico (2015)

IJsland

Woensdag 29 mei
Vanaf Schiphol vliegen we met Iceland air rechtstreeks naar Keflavik Airport. Horloge 2 uur terugzetten, huurauto opgehaald (upgrade naar een pick-up) met 4wd dus we kunnen alle terreinen aan en door naar ons hotel in Reykjavik, een kleine 50 km rijden. Het is rustig op de weg, zien onderweg de 1e watervallen en een kleine geyser. Het is even zoeken om de ingang te vinden maar uiteindelijk checken we rond 21:00 in. Als we douchen valt de geur van het water op. Het warme water is afkomstig uit geothermische warmwaterbronnen. Hoewel het gewoon schoon water is ruikt het naar “rotte eieren” of te wel .... een zwavellucht. We herkennen het direct van eerdere reizen. Het koude water uit de kraan is in IJsland het puurste van de wereld. Water uit IJslandse kranen is puur bronwater waarvoor geen verdere zuiveringstechnieken nodig zijn en het smaakt heerlijk.

Donderdag 30 mei
We rijden rond 7:15 uur weg en laten de hoofdstad achter ons. Rijden de nationale ringweg (weg 1) en pakken de korte route door de 6 km lange tunnel onder de fjord door te nemen. Aan het begin van de Borgarfjörôur ligt het plaatsje Borgarnes, slaan hier wat proviand in en vervolgen onze route via weg 54 naar het schiereiland Snæfellsnes. Onderweg stoppen we op diverse uitzichtpunten, het landschap is wijds, groen en golvend. Links het water, voor ons de Snæfellsjökull met zijn witte besneeuwde top. De gletsjer ligt in de krater van een donkere vulkaan en is met zijn hoogte van 1446 m in de wijde omtrek te zien. We bezoeken de Ytri-Raydamelur bij het plaatsje Gerðuberg, dit is een klif van basalt rots en zijn eigenlijk allemaal kolommen naast elkaar. Het is een imposant gezicht. Overal lopen schapen met lammetjes maar we zien ook veel paarden.
Een eindje verder rijden we de 558 op. Volgens de locals de mooiste weg van het eiland. Het is off the road en we zijn dan ook de enige die hier rijden. Zien veel lupine bloeien, sneeuwvelden en heel veel lavastenen begroeid met allerlei kleuren mos. Inderdaad hadden we deze route niet willen missen!

Verder naar Grundarfjörður, een vissersplaatsje op het schiereiland en het meest bekend om haar berg Kirkjufell. Deze berg is één van de meest gefotografeerde bergen op IJsland en natuurlijk gaan ook wij hier de watervallen bezoeken en maken een plaatje met de berg op de achtergrond.
Voor de kust worden regelmatig zeehonden en walvissen gezien, maar wij hebben ze vandaag niet kunnen ontdekken. Onderweg lunchen we op een mooie plek aan het water. Het is mooi weer maar er staat een koude, Arctische wind. Muts op, donsjack aan en het is weer prima uit te houden. Einde middag komen we in the middle of nowhere aan bij ons hotel. Slapen in Laugarbakki en vanaf ons terras kijken we uit over de Miðfjarðará, een rivier die bekend staat om de zalm. Na het avondeten rijden we naar de Kolufossar waterval, zo’n 8 meter hoog en die ligt in de Kolugljúfur kloof. Deze kloof waar de rivier Víðidalsá doorheen stroomt is meer dan 1 kilometer lang en zo’n 40 tot 50 meter diep.
Volgens een legende is de kloof uitgegraven door de vrouwelijke trol Kola. Ze schijnt daar ook in de buurt samen met haar schatten te zijn begraven. De heuvel bij de waterval wordt beschermd door een vloek van de trol. Als we uitgekeken zijn rijden we naar een meer waar je via een vogelhut dichtbij de vogels kunt komen. Het valt een beetje tegen en rond 22:00 uur zijn we weer bij ons hotel. We zijn toe aan een warme douche want het is koud geworden ondanks de zon die nog steeds schijnt. Het zijn lange dagen want het blijft iedere dag een beetje langer licht tot de midzomernacht zon.

Vrijdag 31 mei
We rijden rond 7:30 uur weg en gaan richting het noorden. Langs de kust over het schiereiland Skagi door dit ruige, mooie gebied. We passeren Hôp wat de grootste zoutwater lagune is van IJsland. Het wordt in tweeën gedeeld door een smalle zandbank en door het Pingeyrasandur wat bestaat uit zwart zand begroeid met zandhaver. Rechts zien we de gevolgen van het inzakken van een kant van de Vatnsdalur (800m) ... er ontstond een dam en een vallei met steile grond morenes. We steken door naar Tröllaskagi en passeren onderweg weer veel schapen met springende lammetjes en heel veel IJslandse paarden. Deze lopen ook regelmatig langs de weg dus opletten. We hebben weer een mooie gravelweg gevonden die ons over de pas tussen de sneeuwvelden door brengt om te eindigen in Ólafsfjöròur. Ook dit is weer een klein vissersdorpje en ligt aan de ingang van de Eyjafjörður.
We lunchen in Dalvik in een authentiek eethuisje genaamd Gisli, Eirikur, Helgi, kaffihus Bakkabraedra en dit blijkt een goede keus. Eten een heerlijke vissoep met brood en salade en zitten buiten in de zon. Even iets minder wind en dat scheelt gelijk een extra jas.
Om 13:30 uur schepen we in voor een whale watch tocht die vertrekt vanaf Hauganes. De humpback whales laten zich regelmatig zien en we blijven dan ook in de baai. Helaas geen breachende exemplaren maar toch goed zicht als ze langs en onder de boor door zwemmen.
Vervolgens via Akureyri, de hoofdstad van het noorden door naar Fossholl wat onze eindbestemming van vandaag is. We logeren in een farm hotel, wat in de praktijk een verbouwde koeienstal is waar mooie kamers in gemaakt zijn. De boerin runt de business en we bevinden ons in vlakbij de Godafoss waterval.
Besluiten om eerst ergens te gaan eten en de waterval voor de avond te bewaren. Dan is de wind misschien iets gaan liggen en we hopen de waterval dan voor ons alleen te hebben. Het enige restaurant ligt 15 km verder op en de keuze is voornamelijk pizza. Smaakt uitstekend en daarna rijden we terug, trekken onze warme outfits weer aan en gaan aan de wandeling beginnen.
De naam Godafoss, in het IJslands ook wel geschreven als Goðafoss is een waterval in de rivier Skjalfandafljót en is ongeveer 30m breed en 12m hoog.
Het lavaveld waar deze rivier doorloopt is 7.000 jaar oud en komt van de vulkaan Trolladungja. Volgens velen is dit een van de mooiste watervallen van IJsland, en ook wij vinden dat dit een stukje spectaculaire natuur is. Jammer dat hier een 2e parkeerplaats bijgebouwd wordt en paden aangelegd worden Wij kunnen nog vrij rondlopen aan de overkant. Dit is ook de mooiste kant omdat je de bovenrivier goed kunt zien en de uitgestrekte vlakte. Als we uitgekeken zijn rijden we een paar minuten en zijn terug op de boerderij. Was weer een mooie dag!

Zaterdag 1 juni
We krijgen een heerlijk ontbijt voorgeschoteld met zelfgemaakt brood en cake van de boerin. Daarna rijden we weg want we moeten op tijd in Húsavik zijn want we hebben nog een trip naar de papegaaiduikers en walvissen op de agenda staan. Het is koud, krijgen gelukkig weer een warme overal aan op de boot en als we wegvaren begint het flink te sneeuwen. De papegaaiduikers staan allang op Tino zijn wensen lijstje en vandaag gaat hij ze eindelijk goed zien. Je hoort ze al van verre en ze vliegen af en aan naar het eiland waar ze zich genesteld hebben. Net voor we in de buurt komen zwaait de boot af want er is een minky whale gespot. We zien hem een paar keer boven water komen en daarna keren we terug naar de zeevogels. We blijven een tijdje liggen en varen daarna verder op zoek naar walvissen. Spotten weer een aantal humpbacks waarvan er eentje een aantal keer met zijn staart op het water slaat. Na 3,5 uur gaan we terug naar de haven en warmen ons op met een lekkere kom kreeftensoep.
Daarna laten we de walvis hoofdstad achter ons en rijden naar Mývatn. Het is een van de belangrijkste broedgebieden van watervogels en het ligt in een zeer actief vulkanisch gebied. We bezoeken het locale info centrum in Reykjahlíð en besluiten een rondje om het meer te doen.

Hverir
Kokende modderpoelen, hete warmwaterbronnen en rokende stoompluimen in combinatie met gele, oranje, bruine en bijna groene aarde. Dat is wat we zien en Is bijna een surrealistisch en bizar landschap. We herkennen direct de alles overheersende zwavellucht.

Bjarnaflag

We passeren het lichtblauwe, bijna tropisch lijkende water van het meer van Bjarnarflag. De temperaturen van de stoom die uit de grond omhoog komt kan wel kan oplopen tot 200 graden en er komt een flinke damp van af. Het water is giftig en veel te heet om een duik in te nemen dus geen hot-pot op deze locatie.

Krafta & Viti
We rijden verder en komen onder een toegangspoort van enorme metalen buizen. Dit zijn de leidingen van de geothermische centrale Krafla. We gaan te voet naar de Viti (hel), een explosiekrater met een meertje met koud, blauw / groen water. In combinatie met de sneeuw een mooi gezicht. Het is een enorme herrie van het ontluchten van de installatie dus we lopen met de vingers in de oren verder.

Grjótagjá

Iets verder op ligt een grot. Op het eerste gezicht lijkt het geen bijzondere maar schijn bedriegt. We klimmen naar binnen en vinden een stomende en heldere warmwater bron. De grot is niet groot en we laten het even op ons inwerken. Heel apart.

Hverfell
De Hverfell krater is 463 meter hoog en heeft een dwarsdoorsnede van wel 1040 meter. We parkeren de auto en lopen het lange pad naar boven. Als we eenmaal op de kraterrand aangekomen zien we pas de weidsheid van het landschap en hoe groot de vulkaan is. De Hverfell is niet meer actief en prima te beklimmen. Een bijzondere ervaring maar bovenal veel wind, regen, sneeuw en tussendoor wat zon. Hoe was het ook alweer? 4 seizoenen op 1 dag!

Nature baths

We gaan snel iets eten en dan opwarmen in de Mývatn Nature Baths. Een grote natuurlijke warmwaterbron bestaand uit twee met rotsen omringde zwembaden. Heerlijk relaxen in het warme water en genieten van het uitzicht.
Op verschillende plaatsen in de baden is de temperatuur anders. We kijken uit over de vlakte en de vulkaan.

Inmiddels is het rond 22:00 uur en besluiten we om als laatste van vandaag naar het noorden te rijden en de watervallen Dettifloss en Sellafos te bekijken. Op dit tijdstip is de kans groot dat er weinig andere bezoekers zijn. De Dettifoss is één van de drie watervallen die in het gebied van de Jökulsárgljúfur liggen. Hij is 44 meter hoog en ruim 100 meter breed en de krachtigste waterval van Europa (200m³ water per seconde). Het is een leuke wandeling en we horen van afstand het oorverdovende geraas. De Sellafos ligt verder stroomopwaarts en ook daar is niemand te bekennen. Wij vinden deze de mooiste, langs de kant veel basaltkolommen van zo’n 13 meter hoog en de waterval heeft een breedte van ongeveer 100m. We rijden na afloop terug naar onze koeienstal en kruipen rond 1:00 uur in ons bed.

Zondag 2 juni
Rond 9:00 uur zijn we weer op pad en gaan richting de wetlands bij het Myvatn meer. Myvatn betekent muggenmeer, want in de zomer komen de knutten met miljarden tegelijk uit waar de watervogels weer op af komen. Vandaag hebben we geen muggen netje nodig. Er zijn er wel maar het is nog te koud.
We maken een mooie wandeling rond de Skútustaòagigar. Dit zijn pseudo kraters ontstaan door dat water onder de lava opgesloten zat, ging koken en er door heen brak. Begroeid met gras en zijn nu mooie heuvels. Na een uur zijn we weer op de parkeerplaats en rijden door naar Kalfaströnd. We vinden enorme lava zuilen omgeven door water. Er hangt een mystieke sfeer en weer zijn we de enige bezoekers. Als laatste spot bij het meer stoppen we bij Dimmuborgir. We lopen een mooie route tussen de lava formaties, rotsen en natuurlijke tunnels en grotten. Wij hebben de route gekozen waarbij je overal moet klimmen en klauteren en daar kiezen maar weinig mensen voor. Het loont echt om de bekende trekpleisters op een andere tijd en manier te bezoeken waar door je de mensen massa mist.
Inmiddels is het al halverwege de middag en moeten we richting de Oostfjorden vertrekken. Het is nog een paar uur rijden en het sneeuwt weer regelmatig.
We picknicken onderweg en passeren een hoge pas. Hier heerst de winter nog en het Dyrfjöll gebergte komt in zicht. Het is een mooie tocht en uiteindelijk komen we rond 18:30 uur in Borgarfjördôur aan. Een klein vissersplaatsje met 90 bewoners. Wij slapen in een blokhut direct aan de zee. In het gebouw er naast kunnen we eten “wat de pot schaft” en zien aan de overkant van de baai het schiereiland waar de papegaaiduikers zich bevinden. Hier zijn we voor gekomen
😉
Rond 21:00 zijn we bij de Hafnarholmi en kunnen de vogelhut in. De vogels vliegen af en aan en landen in het gras voor ons. Wat een gave spot! Tino kan zijn hart ophalen vooral als het weer gaat sneeuwen. Hij droomt van een “Jan van Meertje” ... die heeft de bekendste foto tot nu toe gemaakt van een vliegende papegaaiduiker in de sneeuw.

Maandag 3 juni
Na het ontbijt gaan we nog even terug naar Hafnarholmi. We zijn tenslotte op een van de beste plaatsen in IJsland om de papegaaiduikers van heel dichtbij te kunnen zien. Er komen vrij weinig bezoekers omdat je er 70 km voor moet rijden om er te komen. Er zijn ook veel Eider eenden; een aantal mannetjes zijn echt groot!
Daarna verkennen we het dorp. We vinden er een klein winkeltje en dat blijkt de locale kruidenier te zijn waar bezoekers een gratis koffie krijgen. Gaan even in het houten kerkje kijken waar een schilderij van de schilder Kjarval hangt. De bergrede maar dan de IJslandse versie ... op de Álfaborg met de Dyrfjöll op de achtergrond. Vlakbij de kerk staat een plaggen hut waar nog in gewoond wordt. Er kan zo een trol te voorschijn komen.
🤗 Daarna gaan we lunchen in het café en krijgen weer een goedgevulde vissoep met brood en koffie. Alles is onbeperkt en de mensen in dit plaatsje zijn erg vriendelijk. We nemen wat zelfgemaakt bananenbrood mee en gaan een hiking tocht lopen. Het stormt flink dus we besluiten de tocht over de klif te laten schieten en wat meer uit de kust te gaan. We krijgen een ongemarkeerde route geadviseerd en dat blijkt een leuke tocht te zijn.
In dit gedeelte van IJsland lijkt te tijd te hebben stil gestaan. Het leven is eenvoudig en van haast is geen sprake. Wij zijn blij dat we hier 2 nachten blijven en kunnen genieten van de rust.

De namen van de IJslanders hebben een mooi systeem. De achternaam wordt afgeleid van de voornaam van de vader en daar wordt dóttir of son achter geplakt. Björk Guòmundsdóttir betekent dus Björk, dochter van Guòmundur. Eigenlijk wordt alleen de voornaam gebruikt dus die hoor je wanneer iemand zich voorstelt.

Dinsdag 4 juni
Na het ontbijt rijden we via de pas weer terug naar de hoofdweg. We vertrekken met regen die al snel overgaat in sneeuw. Als we de bergen door zijn rijden we via de kustweg langs de verschillende fjorden naar het zuid oosten. Onderweg spotten we rendieren dus snel de auto aan de kant en te voet verder. Ze lijken zich weinig van ons aan te trekken maar als we iets dichter bij komen zetten ze er flink de pas in. Naarmate we dichter bij Höfn aankomen wordt het weer beter. Nog steeds een stormachtige wind maar het is inmiddels weer droog. Bij Vestrahorn slaan we een gravel pad in en gaan naar het Viking café. We laten de auto achter en maken een hike langs het zwarte zand strand op Kirkjusandur beach en zien een eind verderop bij Drápsbjörg een aantal seals liggen. Ze zwemmen nieuwsgierig op ons af en laten zich goed zien. We zien hier vandaan ook al de enorme Vatnajökull gletsjer liggen met verschillende uitlopers. Van afstand lijkt het net of hij doorloopt in zee. Als we teruglopen kijken we nog even bij Stokksness; hier vind je het oude NATO radar station. We rijden verder en na even zoeken komen we bij onze volgende overnachtingsplek. Slapen op de Brunhóll farm met uitzicht op de gletsjer. Hoe mooi is dat!

De Vatnajökull is de grootste gletsjer van IJsland. Hij beslaat een oppervlakte van maar liefst 8.100 km². Dat is ongeveer qua oppervlakte een vijfde deel van Nederland. Rondom en onder de Vatnajökull liggen verschillende vulkanen. Sommige toppen torenen dwars door de gletsjer heen en staan geïsoleeerd in het gletsjerlandschap. Tussen de verschillende toppen liggen verschillende gletsjertongen, die in feite gletsjers op zich vormen. Onderaan de gletsjertongen smelt het water en ontstaan talloze rivieren die het smeltwater naar de zee afvoeren. Wij gaan na het eten naar de Heinabergsjökull gletsjer tong. De eerste 8 km rijden we met de auto en de laatste km gaan te voet. Er is verder niemand te bekennen. Ongelofelijk dat we iedere keer als enige op dit soort prachtige plekken zijn. Het is stil, het enige wat we horen is het smeltende ijs in het water. De zon schijnt over de gletsjer ... wat een mooie avond hebben we weer.

De laatste grote uitbarsting van de vulkaan Grímsvötn begon op 21 mei 2011. Door de uitstoot van een enorme hoeveelheid as, die tot een hoogte van 20 kilometer de lucht in werd geblazen, moest het vliegverkeer in een groot deel van Europa vier dagen lang worden platgelegd. Op 28 mei was de uitbarsting voorbij.

Woensdag 5 juni
De zon schijnt als we wakker worden dus we zitten al snel in de auto. Moeten een klein stukje verder want we moeten ons rond 10:00 uur melden bij een lokale boer in Fagurhólsmýri. Met een tractor en kar brengt hij ons naar Ingolfshofdi. Dit is een uitstekend stuk land waar veel vogels broeden waaronder papegaaiduikers. We rijden het eerste druk door een drassig gebied wat overgaat in rul zwart vulkaan zand. Moeten een flinke klim door het zand maken naar de klif en zien daar een aantal skuwa’s die liggen te broeden op hun nest. We gaan verder richting de vuurtoren en daar zien we de papegaaiduikers weer terug. Ze vliegen af en aan om vis voor hun chicks te halen. In het gras zien we grote eieren liggen van andere zeevogels. De skuwa’s hebben ze uit de nesten geroofd en leeg gevreten.
Als we terug zijn rijden we door naar het Skaftafell national park. We kiezen een route en wandelen naar de gletsjer waar we onze lunch wegwerken. Het is een imposant gezicht en we horen regelmatig harde knallen van het ijs. Terug in het bezoekerscentrum bekijken we nog een film over dit gebied en gaan dan naar ons hotel. Na het diner trekken we er weer op uit en rijden naar het Jökulsárlón gletsjermeer. In het meer drijven witte, lichtblauwe en door vulkanisch stof grijs en zwart gekleurde ijsbergen rond. Ze hebben de meest uitlopende vormen.
Met een diepte van ongeveer 200 meter is Jökulsárlón momenteel het tweede diepste meer van het land. Het ontstond in de jaren 1934-1935 en werd steeds groter en groter. Tussen de ijsschotsen speelt een groepje seals. Ze komen vaak even kijken en plonzen dan weer onder. Ook zijn hier veel grote vogels te vinden. Ze pakken de visvangst van andere vogels af. Genoeg te zien en we vervelen ons geen moment. Op deze locatie zijn verschillende films opgenomen waaronder Lara Croft (Tomb Raider) en James Bond (A view to a kill en Die another day). Op de terugweg stoppen we bij het andere gletsjermeer Fjallsárlón. Dit meer is een stuk kleiner en onbekender en wordt vaak overgeslagen. Je hebt hier een super uitzicht op de gletsjer dus blij dat we hier naar toe zijn gegaan. We worden hier alleen bijna weggeblazen door de wind dus we blijven niet lang hangen. In Nederland zou dit een code rood zijn geweest.
😉

Donderdag 6 juni
We gaan terug naar het Skaftafell NP. Hebben een mooie route uitgekozen naar de Svartifoss ’zwarte waterval’. Hoezo zwart? Het water stort hier namelijk voor een muur van gigantische, zwarte basalten meters naar beneden. Waanzinnig mooi. We passeren onderweg een andere waterval en merken dat we door vanaf een andere parkeerplaats te vertrekken we bijna niemand tegenkomen. Lopen verder en hebben nu een mooi zicht van boven af op de Svínafellsjökull gletsjertong.
We maken onze route af en rijden verder naar het zuiden. Komen langs het brug monument, de brug was op 30 september 1996 weggespoeld toen er een grote vulkaanuitbarsting plaats vond. Dit gebeurde 500 meter onder het ijs van de Vatnajökull. Er verzamelde zich heel veel water in het iets noordelijker gelegen vulkaanmeer Grimsvötn. Op 5 november was er zoveel water verzameld dat de druk van het water hoger was dan het ijs. Hierdoor ging het ijs drijven en het water vond een gat om uit te stromen. Twee stromen kwamen onder de gletsjertong Skeidarajokull vandaan. De westelijke stroom was het heftigst.
IJsblokken zo hoog als flatgebouwen (van zo’n 6 verdiepingen) en puin kwamen met het water mee gespoeld. De bruggen en de afvoerdammen werden daardoor volledig vernield. We bekijken de foto’s en zien de immense krachten van de natuur.
Onderweg passeren we plaggeschuren en lavavelden die volledig begroeid zijn met mos. Daarna slaan we af en zijn al snel bij de Fjaðrárgljúfur canyon, een groene kloof die zo’n 6 km ten westen van Kirkjubæjarklauster ligt
Deze kloof, waar de Fjaðrá rivier doorheen stroomt, is 2 km lang en zo’n 100 m diep.
Het IJslandse milieuagentschap heeft de kloof tot juni gesloten om te herstellen. Justin Bieber heeft hierin 2015 een clip opgenomen en sindsdien kon de kloof de bezoekers niet aan. Hij is sinds kort weer open en wij behoren tot de gelukkigen die er weer in kunnen. Na het avondeten gaan we nog even naar de voet van de Svínafellsjökull. Ook hier drijven weer veel ijsbergen in het meer. Hebben inmiddels geleerd dat zo’n immens blok ijs vanaf het moment dat hij van de gletsjer afkomt tot het in zee terecht komt 5 jaar duurt. Op youtube een filmpje van de gletsjer waar wij nu zijn...
Iceberg Covered with Volcanic Ash Breaking Off from Svinafellsjokull Glacier in Iceland - AMAZING!

Vrijdag 7 juni
We zakken verder af naar het zuiden en rijden door de lavavelden het kleine dorpje Vík in. Het ligt aan de voet van de Mýrdalsjökull gletsjer (ligt op de Katla vulkaan) en we maken even een koffie/tank stop en genieten van af het kerkje dat boven op een rots ligt van het mooie uitzicht over de rotsen en omgeving. Daarna rijden we verder naar het zwarte strand van Reynisfjara. Reynishverfi is een lang kiezelstrand aan de westelijke kant van de klif en we zien een grot met aan beide kanten vele rijen basaltzuilen. Lopen langs het strand naar Reynisdrangar ... drie rotspilaren die voor de kust tot 66 meter boven de zee uittornen. Aan de pilaren is een legende verbonden. Volgens het verhaal werden de pilaren gebouwd door 3 trollen die Skessudrangur, Laddrangur en Langhamar heetten en die ‘s nachts een schip met drie masten uit de zee probeerden te sleuren. Ze slaagden er echter maar niet in om het vaartuig volledig op het droge te brengen. De volgende ochtend kwam de zon vroeger op dan verwacht. Iedereen die “The Hobbit” gelezen heeft, weet wat er dan gebeurd: de trollen veranderden in de drie naaldvormige pilaren.
We besluiten om s’avonds terug te gaan. Willen hier wat foto’s maken en dan liefst zonder dat overal mensen bovenop aan het klimmen zijn.
We zien Dyrhólaey (“eiland met een sleutelgat”) al liggen en besluiten om daar eerst naar toe te gaan. Dit is een klif van 120 meter hoog en heeft een groot gat in de vorm van een sleutelgat waardoor het zeewater vrij door kan stromen. Vanop de klif hebben we een spectaculair uitzicht over de omgeving. Een gedeelte is afgesloten i.v.m. het broedseizoen van de papegaaiduikers. We spotten er weinig maar gelukkig hebben we die op andere plaatsen al volop kunnen zien.
Inmiddels is het lunchtijd en dat doen we bij de Skógafoss waterval. Hier slapen we ook, kunnen vast inchecken en daarna lopen we naar de waterval. Deze is 60 meter hoog en 25 meter breed. Ze ligt in het plaatsje Skógar dat aan de Skóga rivier ligt, vandaar de naam… Net zoals bij andere watervallen in deze streek, valt het water naar beneden op de voormalige kustlijn. Deze trok zich tijdens de laatste ijstijd terug doordat de grondlagen in de regio omhoog werden gedrukt.
Aan de Skógafoss waterval is een legende van regenbogen en goudpotten verbonden. Het verhaal doet trouwens nog steeds de ronde, en gaat als volgt: Þrasi Þórólfsson, een van de eerste Vikings die het land veroverde, zou achter de waterval een goudschat verborgen hebben. Lokale bewoners slaagden erin om de kist met goud enkele jaren later terug te vinden, maar ze konden enkel de ring waarmee de kist gedragen kon worden, vastpakken. De kist verdween in het niets, en enkel de ring bleef over. Volgens de overlevering werd deze aan de plaatselijke kerk geschonken.Een eindje verder komen we bij de Seljalandsfoss waterval. Dit vinden wij de leukste want je kunt langs een paadje achter de waterval doorlopen tot in een grot waar je door de waterval heen kan kijken ... een heel bijzonder uitzicht en wat worden we nat
😃lang leve de regenkleding. We rijden terug naar Vik en eten bij Smidjan Brughuss. Gezellige tent met een bierproeverij en heel veel soorten lekkere burgers. Een aanrader als je in de buurt bent. Nog even een eind lopen aan het zwarte lavastrand en dan vinden we het genoeg. Rijden terug naar Skógafoss waar Tino nog een uurtje gaat experimenteren met zijn foto camera bij de waterval.

Zaterdag 8 juni
We rijden vandaag verder naar het zuid westen met als eindbestemming Reykjavik. Dit gebied ligt in de golden cirkel en de IJslanders zijn zelf ook op pad ivm het pinkster weekend; het wordt weer drukker op de weg vooral met super jeeps.Bezoeken als eerste de Gullfoss. Met recht de mooiste waterval en we kunnen dichtbij de rand van de Gullfoss waterval komen. Het pad is slechts met een touw afgezet en met een donderend geraas stort het water in 2 trappen naar beneden. Daarna rijden we 10 km verder naar Geysir wat deel uit maakt van het veel grotere geothermische gebied Haukadalur. De geiser met de naam Geysir is al enkele jaren bijna niet meer actief, maar de Strokkur geiser gelukkig wel. Elke 6-10 minuten spuit het water 15-20 meter de lucht in.

We laten de geisers achter ons en rijden het Þingvellir NP in. Over een oppervlakte van 6 bij 40 kilometer is de bodem verzakt en in dit gebied is de Mid-Atlantische rug goed zichtbaar. Dit is tevens de plaats waar de Euraziatische en de Amerikaanse aardplaten uit elkaar drijven. Jaarlijks komen Europa en Noord-Amerika 1 tot 2 centimeter verder uit elkaar te liggen. Je kunt dit goed zien in de Silfra kloof waar we diep in het heldere water kunnen kijken.
We lopen door de Almannagjá kloof die is ontstaan doordat er een grote aardverzakking heeft plaatsgevonden waarbij de grond over een lengte van zo’n 16 km plaatselijk 30 tot 40 meter daalde. De laatste aardverzakking vond in 1789 plaats waar de vlakte na een aardbeving in 10 dagen tijd met 60 cm daalde dus we gaan er vanuit dat we hier op ons gemak rond kunnen kijken. Het is een mooi gebied, de zon schijnt volop dus weer een heerlijke bestemming. Nadat we uitgewandeld zijn is het nog een klein uurtje rijden naar Reykjavik, checken ons in bij het hotel en brengen onze pick-up terug. Morgen gelukkig nog een dag in deze - kleine - hoofdstad te goed.

Zondag 9 juni
Na het ontbijt lopen we op ons gemak via de zeeweg naar het centrum. Komen langs het Hoïfôi house, een witgeschilderde villa met uitzicht op de Kollafjörôur waar Reagan en Gorbatsjov in 1986 samen onderhandeld hebben.
We lopen verder en staan al snel voor het Harpa concert/ congresgebouw.
Met de bouw van Harpa werd in 2006 al gestart, maar de economische (banken)crisis heeft de bouw enkele jaren lamgelegd. De crisis raakte IJsland in 2008/2009 hard en het leek er zelfs op dat de bouw nooit voltooid zou worden. Jaren later is het afgebouwd en nu is het een trendy hot spot. Wij boeken tickets voor de 360 film van Iceland die hier getoond wordt en zien dat we praktisch alle spots bezocht hebben. Lekker liggen tijdens de film
🤗
Via de Laugavegur ... dé winkel- en uitgaanstraat van Reykjavik en dus niet te missen slenteren we naar de Hallgrímskirkja. We zien een gezellige mix van authentieke huizen, winkels, hotels, restaurants en café’s.  Lantaarnpalen in de vorm van onze tulpen en zien dat je hier ook in de winter prima loopt; de hele straat is voorzien van straatverwarming.
In de Hallgrímskirkja zijn orkestleden aan het oefenen voor een concert later deze dag. We luisteren even en het klinkt prachtig. Met de lift gaan we naar boven en hebben een geweldig zicht op de honderden gekleurde huisjes. De bewoners van Reykjavik mogen hun huis namelijk in elk gewenste kleur verven en dat levert een uniek en kleurrijk straatbeeld op.
Lopen weer terug naar het oude centrum en na even zoeken hebben we het Vulcano house gevonden. Hier vinden we alles wat met vulkanen te maken heeft en we zien 2 documentaires. Eentje over de manier hoe de bewoners omgaan met de uitbarstingen en eentje over de recente van 2010. Zeer de moeite waard. Sluiten de dag af met een biertje op een zonnig terras.

We hebben een heerlijke reis achter de rug en hebben genoten van het ruige IJsland. Als je net als wij van natuur houdt een absolute must. Vonden het noorden en oosten met zijn ruige kust en bijbehorende weersomstandigheden het indrukwekkendst en niet te vergeten de skyr die we bijna dagelijks op hebben.